English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word live and learn
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
live and learn | met schade en schande wordt men wijs | brogito eĉ sur malvarman akvon blovas |
; | ||
🔗 The only way to learn to swim is to go into the water and try. | ||
; | ||
🔗 You see, we just learned there’s war in Ghealdan, and a man claiming to be the Dragon Reborn. | ||
(master) | meester worden ; onder de knie krijgen | |
🔗 Boris Johnson is learning this the hard way. | ||
(dwell; reside; stay; house; lodge) | ; ; | |
🔗 The door being open, T’sain looked to see who might live here. | ||
(vital; vivid; animate) | ||
(directly; independently) | ; | senpere |
🔗 I’ve lived here half my life. |
English | Dutch |
---|---|
live and learn | ⇆ door schade en schande wordt men wijs; ⇆ men is nooit uitgeleerd |
learn | ⇆ aanleren; ⇆ ervaren; ⇆ horen; ⇆ leren; ⇆ opsteken; ⇆ te weten komen; ⇆ vernemen |
live | ⇆ actief; ⇆ actueel; ⇆ bestaan; ⇆ blijven leven; ⇆ brandend; ⇆ direct; ⇆ echt; ⇆ energiek; ⇆ geladen; ⇆ gloeiend; ⇆ heus; ⇆ huizen; ⇆ in leven; ⇆ in leven blijven; ⇆ leven; ⇆ levend; ⇆ levendig; ⇆ live; ⇆ onder spanning staand; ⇆ onder stroom staand; ⇆ onontploft; ⇆ op scherp staand; ⇆ rechtstreeks; ⇆ scherp; ⇆ spanningvoerend; ⇆ wonen; ⇆ woonachtig zijn; ⇆ zich ophouden |