English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word it never rains but it pours

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(rain cats and dogs);
pluvegi
(scatter; shed; tip); ;
(dump; pour out; tip)
ŝuti
ŝutiĝi
🔗 It had been raining since morning.
;
🔗 Rain falls during the monsoon season from about June to October.

EnglishDutch
it never rains but it pours een ongeluk komt nooit alleen; een ongeluk komt zelden alleen
pour gieten; in stromen doen neerkomen; in stromen neerkomen; inschenken; opgieten; overgíéten; schenken; storten; stortregenen; stromen; uitgieten; uitschenken; uitstorten
rain doen neerdalen; doen neerkomen; doen regenen; hemelwater; regen; regenen