English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word invalidity

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
invalid
(expire)
;
invalid
(incorrect; unjustified; unwarranted)
neprava
invalid
;
nuligita
validity
(rightness; soundness; truth)
validity
;
validiteit

EnglishDutch
invalidity krachteloosheid; ongeldigheid; onwaarde; zwakheid
invalid aan het ziekbed kluisteren; gebrekkelijk; gebrekkig; invalide; krachteloos; lijdend; lijder; niet geldend; ongeldig; voor de dienst ongeschikt maken; voor de dienst ongeschikt verklaren; zieke; ziekelijk
validity deugdelijkheid; geldigheid; rechtsgeldigheid; validiteit