English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word indispose

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(have access to)
(throw away; discard; dump; jettison; slough); ; ;
(destine; earmark; ordain; consign; designate; assign); ;

EnglishDutch
indispose afkerig maken; onbruikbaar maken; ongeschikt maken; onpasselijk maken; onwel maken
indispose from afkerig maken van
indispose to afkerig maken van
indispose towards afkerig maken van
dispose bewegen; gereedmaken; ordenen; rangschikken; regelen; schikken; stemmen; voorbereiden; voorbestemmen
indisposed niet gezind; ongenegen; ongesteld; onwel