English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word index finger

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
finger (handle)	vingeren	fingrumi
finger (feel; grope; touch)	betasten ; bevoelen	palpi
index	indexeren	indeksi
index	index ; register	indekso
🔗 At the end of the book there is an index of about the 1,000 most common Danish words with reference to the vocabularies.
index (exponent)	exponent	eksponento
index	index	indico

English	Dutch
index finger	⇆ wijsvinger
finger	⇆ bepotelen; ⇆ betasten; ⇆ bevoelen; ⇆ met zijn vingers zitten aan; ⇆ vinger; ⇆ vingeren
index	⇆ aanwijzing; ⇆ bladwijzer; ⇆ evenaar; ⇆ exponent; ⇆ handwijzer; ⇆ index; ⇆ indexeren; ⇆ inhoudsopgaaf; ⇆ inhoudsopgave; ⇆ inschrijven; ⇆ klapper; ⇆ lijst; ⇆ op de index plaatsen; ⇆ register; ⇆ tabel; ⇆ wijsvinger; ⇆ wijzer