English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word in effect

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(indeed; in fact; actually; as a matter of fact)
🔗 She has already in effect ruled out leaving the EU without an agreement.
effect
(impression)
effect
(impact; action)
; ;
werking
effect
(produce; conduct; engineer; implement; realize)
;
effect
(result; outcome)
;
effect
(power)

EnglishDutch
in effect in feite; in werkelijkheid
effect afsluiten; bewerken; bewerkstelligen; effect; effectueren; gevolg; invloed; resultaat; sluiten; teweegbrengen; tot stand brengen; uitvoeren; uitwerken; uitwerking; verwezenlijken; werking