English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word ill‐treat

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(sick; unwell; ailing);
🔗 He’s very ill.
(care for; cure; remedy)
🔗 It warns that if someone contracts gonorrhoea, it is now much harder to treat, and in some cases impossible.
(address; handle; tackle)
🔗 Except for convenience of study, there is no reason for treating them separately.
(entertain); ;
(entertainment; spread)
(handle; process; deal with)
🔗 Logical operators treat their operands as Boolean values and return a Boolean value.

EnglishDutch
ill‐treat havenen; mishandelen; slecht behandelen; verkeerd behandelen
ill erg; krank; kwaad; kwaal; kwalijk; misselijk; ramp; slecht; verkeerd; ziek
ill‐treatment mishandeling; slechte behandeling; verkeerde behandeling
treat behandelen; bejegenen; fuiven; onderhandelen; onthaal; onthalen; traktatie; trakteren; vergasten