English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word hawberry

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
hawberry
(hawthorn; whitethorn; may‐bush)
;
🔗 The berries are an important food for bears and foxes, and many fruit‐eating birds.
(hawthorn; whitethorn; may‐bush); ; ;

EnglishDutch
hawberry meidoorn; meidoren
berry bes; bessen plukken; bezie; boon; koffieboon; viseitje
haw haagappel; haagdoorn; haagdoornbes; hagedoorn; hagedoornbes; hakkelen; hapering; happeren; meidoorn; meidoornbes; meidoren; stotteren; stottering