English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word fingerprint

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(fingermark)
(handle)
(feel; grope; touch);
(imprint)
(imprint);
🔗 Jan Loos, a wolf expert, was called to the property by the owners and said he had found wolf prints at the scene.
; ;
presi
🔗 Theresa May’s abiding legacy will turn out to be blue British passports, printed in France.
print
printi
(write down);
surpresi

EnglishDutch
fingerprint dactyloscopisch; vingerafdruk; vingerafdrukken nemen
fingerprint identification dactyloscopie
finger bepotelen; betasten; bevoelen; met zijn vingers zitten aan; vinger; vingeren
print afdruk; afdrukken; bedrukken; bedrukt katoen; blad; blokschrift; bont; druk; drukken; drukletters; drukwerk; gedrukt; indruk; indrukken; inprenten; katoentje; kopie; kopiëren; krant; laten drukken; merk; met blokletters schrijven; plaat; prent; print; printen; publiceren; spoor; stempel; stempelen; teken; voetafdruk