English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word eyewash

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 Use your eyes!
(covet; be keen on); ; ;
(hole; puncture)
(look; look at; behold; view; watch); ;
🔗 Several of the women eyed him sideways.
(launder); ;
🔗 And wash your hands again!
lesivi
tralavi
🔗 He had to wash.
(carry; bear); ;

EnglishDutch
eyewash kale kak; kouwe kak; oogwater; oogwatertje
all eyewash allemaal smoesjes
eye aankijken; beschouwen; centrum; gezichtsvermogen; kiem; kijken naar; middelpunt; oog; pit
wash aanspoeling; aanspoelsel; aanstrijken; afsoppen; afspoelen; afwassen; bespoelen; besproeien; bestrijken; dweilen; gewassen tekening; goed blijven in de was; golfslag; kielwater; kleurtje; lappen; omspóélen; omwassen; saus; sausen; sauzen; schoonwassen; spoelen; spoeling; spoelsel; spoelwater; uitspoelen; uitwassen; vernisje; vernissen; was; wasecht zijn; wassen; wassing; waterverf; zich laten wassen; zich wassen; ómspoelen