English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word exuberance

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
exuberance
(liveliness; merriment; hilarity; mirth; gaiety)
;
vrolijkheid
exuberance
;
uitgelatenheid
exuberant
(cheerful; gay; merry; lighthearted; lively; perky; upbeat)
; ; ;

EnglishDutch
exuberance overdrevenheid; overvloed; overvolheid; uitbundigheid; uitgelatenheid; volheid; weelderigheid
exuberant overdreven; overvloedig; overvloeiend; overvol; rijk; uitbundig; uitgelaten; weelderig