English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word expression

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 That musing expression never left the other’s face.
(mien; look; air; appearance); ; ; ;
🔗 He thought he had never seen a gaze so devoid of expression.
(phrase);
spreekwijze
🔗 Read and try to understand the expressions below.
; ;
🔗 Consider the expression a⁴ − b⁴.
(put; register); ; ;
🔗 He never expressed any unhappiness with my work.
(fast train; express train); ;
(vacant; blank)
🔗 Lan stared after him, his angular face as expressionless as a rock.

EnglishDutch
expression betuiging; expressie; gezegde; spreekwijs; spreekwijze; uitdrukking; uiting; uitpersing; verklanking
beyond expression onuitsprekelijk
expression of opinion meningsuiting
expression of opinions meningsuiting
facial expression gelaatsuitdrukking
find expression tot uitdrukking komen; tot uiting komen
funeral expression begrafenisgezicht
give expression to uiting geven aan
past expression onuitsprekelijk
with expression met gevoel
express betuigen; doen uitschijnen; expres; exprestrein; expres‐; inkleden; laten uitschijnen; snel; sneltrein; speciaal; te kennen geven; uitdrukkelijk; uitdrukken; uiten; uitpersen; uitspreken
expressionism expressionisme
expressionistic expressionistisch
expressionless uitdrukkingsloos; zonder uitdrukking
self‐expression zelfexpressie; zelfontplooiing; zelfuitdrukking