English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word escape by the skin of one’s teeth

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(flee; get away); ; ;
🔗 How had the girl escaped?
(elude)
zich eruit draaien
;
zich eruit redden
(flee)
(escape from)
🔗 She will need strong magic to escape the demon Thrang.
(fur; hide; pelt; coat);
(hide);
🔗 She rode well and het clear tanned skin indicated an outdoor life.
(flay; strip)
; ;
🔗 Nynaeve did, too, and I thought she was going to skin me and the guard both.
(cutaneous)
huid‐
(interface)
(peel; shell)
senŝeligi
(bark; husk; peel; shell; hull)
🔗 What’s the matter with your tooth?
(indent)
van tanden voorzien
dentigi

EnglishDutch
escape by the skin of one’s teeth er doorrollen
escape lek; ontgaan; ontglippen; ontkomen; ontkoming; ontlopen; ontsnappen; ontsnappen aan; ontsnapping; ontvallen; ontvluchten; ontvluchting; opslag; uitbraak; uitredding; uitstromen; uitweg; vlucht; vrijlopen; wilde uitloper
skin afstropen; huid; huidje; leren zak; ontvellen; pel; pellen; schil; stropen; vel; velletje; villen; vlies
tooth kies; tand; tanden; uittanden