English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word edge
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(crest) | ||
(border; brim; brink; edging; fringe; rim; margin; verge) | ||
🔗 The leaves are opposite, lanceolate to elliptical, 3–8 cm long and 1–3 cm broad, with a finely serrated edge. | ||
(advantage; benefit; upside) | ; | |
tweesnijdend | ||
🔗 But power is a double‐edged sword. | ||
edging (border; brim; brink; edge; fringe; rim; margin; verge) | ||
straight‐edge (ruler) |
English | Dutch |
---|---|
edge | ⇆ boord; ⇆ boorden; ⇆ dringen; ⇆ kant; ⇆ kantlijn; ⇆ langzaam bewegen; ⇆ omboorden; ⇆ omranden; ⇆ omzómen; ⇆ rand; ⇆ randen; ⇆ rib; ⇆ richel; ⇆ scherp; ⇆ scherpen; ⇆ scherpte; ⇆ schuiven; ⇆ slijpen; ⇆ snede; ⇆ snee; ⇆ voorsprong; ⇆ voorzichtig bewegen; ⇆ zomen; ⇆ zoom |
be on edge | ⇆ op scherp staan |
do the outside edge | ⇆ beentje over rijden |
edge away | ⇆ voorzichtig wegsluipen |
edge in | ⇆ omzómen |
edge off | ⇆ voorzichtig wegsluipen |
edge on | ⇆ aanzetten; ⇆ ophitsen |
edge with | ⇆ boorden met; ⇆ omboorden met; ⇆ omranden met; ⇆ randen met |
give an edge to | ⇆ een voorsprong geven; ⇆ scherper maken; ⇆ verscherpen |
have the edge on | ⇆ net iets beter zijn dan |
have the edge over | ⇆ net iets beter zijn dan |
he’s been driven over the edge | ⇆ hij is dolgedraaid |
it sets one’s teeth on edge | ⇆ het gaat door merg en been |
leading edge | ⇆ nieuwste van het nieuwste; ⇆ voorrand; ⇆ voorste gelid |
lower edge | ⇆ onderrand |
on edge | ⇆ geprikkeld; ⇆ gespannen; ⇆ in gespannen toestand; ⇆ op zijn kant |
on the razor’s edge | ⇆ heel kritiek |
pouring edge | ⇆ gietrand |
put somebody to the edge of the sword | ⇆ iemand over de kling jagen |
set the teeth on edge | ⇆ door merg en been gaan |
table edge | ⇆ tafelrand |
take the edge off | ⇆ de scherpe kantjes afhalen van |
the cutting edge | ⇆ de voorhoede; ⇆ het voorste gelid |
the leading edge | ⇆ de voorhoede; ⇆ het neusje van de zalm; ⇆ het voorste gelid |
the outside edge | ⇆ beentje over |
trailing edge | ⇆ achterrand |
double‐edged | ⇆ tweesnijdend |
edge‐bone | ⇆ staartstuk |
edged | ⇆ gerand; ⇆ scherp; ⇆ snijdend |
edge‐tool | ⇆ snijdend gereedschap |
edgewise | ⇆ op zijn kant; ⇆ op zijn kant gezet; ⇆ schuins tegen elkaar |
edging | ⇆ boordband; ⇆ boordsel; ⇆ omboordsel; ⇆ rand |
edgy | ⇆ geprikkeld; ⇆ gespannen; ⇆ kantig; ⇆ prikkelbaar |
gilt‐edged | ⇆ gilt‐edged securities; ⇆ solide; ⇆ verguld op snee |
gold‐edged | ⇆ goudgerand |
keen‐edged | ⇆ scherpsnijdend |
knife‐edge | ⇆ scherp van de snede |
marble‐edged | ⇆ gemarmerd op snede |
wire‐edge | ⇆ braam |