English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word drift
| English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
drift (be adrift) | ; | |
drift | sneeuwberg | |
drift | ||
| ; |
| English | Dutch |
|---|---|
| drift | ⇆ afdrijven; ⇆ afglijden; ⇆ afwijking; ⇆ bedoeling; ⇆ drevel; ⇆ drevelen; ⇆ drift; ⇆ drijven; ⇆ jacht; ⇆ koers; ⇆ kruien; ⇆ massa; ⇆ meedrijven; ⇆ meevoeren; ⇆ opeenhoping; ⇆ op hopen jagen; ⇆ opwaaien; ⇆ portee; ⇆ rondzwalken; ⇆ rondzwerven; ⇆ sneeuwjacht; ⇆ strekking; ⇆ stroom; ⇆ teneur; ⇆ trek; ⇆ trend; ⇆ verstuiven; ⇆ waaien; ⇆ zich opeenhopen; ⇆ zich ophopen; ⇆ zwalken |
| drift about | ⇆ omzwalken; ⇆ ronddobberen; ⇆ ronddrijven; ⇆ rondzwalken |
| drift apart | ⇆ elk zijn eigen weg gaan; ⇆ van elkaar afraken; ⇆ van elkaar gaan; ⇆ van elkaar vervreemden; ⇆ van elkaar verwijderd raken |
| drift away | ⇆ gelijdelijk verdwijnen |
| drift down | ⇆ afdrijven |
| drift off | ⇆ afdrijven; ⇆ gelijdelijk verdwijnen |
| drift off to sleep | ⇆ in slaap dommelen |
| ice drift | ⇆ ijsgang |
| let things drift | ⇆ Gods water over Gods akker laten lopen; ⇆ alles maar laten lopen; ⇆ alles op zijn beloop laten; ⇆ het er maar op laten aankomen |
| sand drift | ⇆ verstuiving |
| adrift | ⇆ aan zijn lot overgelaten; ⇆ driftig; ⇆ drijvend; ⇆ losgeslagen; ⇆ op drift; ⇆ vlot |
| drifter | ⇆ iemand die op drift is; ⇆ zwerver |
| drift‐ice | ⇆ drijfijs |
| drift‐sand | ⇆ stuifzand |
| driftwood | ⇆ drijfhout; ⇆ vlothout |
| snow‐drift | ⇆ sneeuwbank; ⇆ sneeuwjacht |
| spindrift | ⇆ schuimnevel |