English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word dog‐brier

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
dog‐brier
(dog‐rose; hep‐tree; common brier; canker rose; cat whin; canker; cankerberry; bird brier; brier rose; sweet brier; wild brier; witches’ brier; brier hip; dogberry; bramble rose; brier)
brier
(dog‐rose; hep‐tree; common brier; dog‐brier; canker rose; cat whin; canker; cankerberry; bird brier; brier rose; sweet brier; wild brier; witches’ brier; brier hip; dogberry; bramble rose)
🔗 In the lead were five dogs, straining at their leashes, digging their paws into the sparsely grassed dirt, slipping now and then.
(canine)
honde‐
;
honden‐
(haunt)
🔗 Then there is the corruption that experts say has dogged the Russian military for years.

EnglishDutch
dog‐brier hondsroos
brier hondsroos; pijp van de wortel van een wilde roos; wilde roos; wit heidekruid
dog achtervolgen; gedrocht; hond; kerel; mannetje; misbaksel; monster; op de hielen zitten; op de voet volgen; rekel; rotzooi; troep; vervolgen; zijn gangen nagaan