English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word disqualification
| English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
disqualification | ||
disqualify | senrajtigi | |
qualification (certification; eligibility) | ; |
| English | Dutch |
|---|---|
| disqualification | ⇆ diskwalificatie; ⇆ onbevoegdheid; ⇆ onbevoegdverklaring; ⇆ uitsluiting |
| disqualification from driving | ⇆ ontzegging van de rijbevoegdheid |
| disqualify | ⇆ diskwalificeren; ⇆ onbekwaam maken; ⇆ ongeschikt maken; ⇆ uitsluiten; ⇆ uitsluiten van deelname; ⇆ zijn bevoegdheid ontnemen |
| qualification | ⇆ aggregaat; ⇆ aggregatie; ⇆ bekwaamheid; ⇆ beperking; ⇆ bevoegdheid; ⇆ geschiktheid; ⇆ kwalificatie; ⇆ nadere aanduiding; ⇆ restrictie |