English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word dilate

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
dilate
(expand)
doen uitzetten

EnglishDutch
dilate openspalken; uitzetten; verwijden; zich uitzetten; zich verwijden
dilate on uitweiden over
dilate upon uitweiden over
dilatation uitweiding; uitzetting; verwijding
dilated opengesperd
dilation ontsluiting; opzetting; uitzetting; verwijding