English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word debauchee

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
debauch
(debauchery; dissipation; excess; abandonment)

EnglishDutch
debauchee brasser; lichtmis; liederlijke man; schuinsmarcheerder
debauch bederven; op het slechte pad brengen; orgie; uitspatting; uitspattingen; verleiden