English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word dangle

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
dangle
(swing)
;

EnglishDutch
dangle bengelen; bungelen; laten bengelen; slingeren; zwaaien met
dangle about achternalopen
dangle after achternalopen
dangle round achternalopen
dangle something before somebody iemand ergens lekker mee maken; iemand iets voorspiegelen
keep somebody dangle iemand aan het lijntje houden