English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word damp‐stain
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
; ; | ||
; | ||
vaporplena | ||
(amortize; redeem; deaden; write off) | ; ; ; ; | |
(deaden; muffle; mute) | ||
(moist; humid; irriguous) | ; | malseketa |
🔗 Formally, she wiped her hands and patted her face with a damp cloth. | ||
(soil; spot; mar; besmirch) | ; ; ; | |
(mordant; wood‐dye; wood‐stain; bite) | ||
tinkturmakuli | ||
(blot; spot; blotch; blob; blur; patch) | ; ; ; | |
(colour; paint) | ||
(dye; tincture) | ||
(dye; tint) | tinkturi | |
mordumi |
English | Dutch |
---|---|
damp‐stain | ⇆ vochtvlek |
damp | ⇆ bevochtigen; ⇆ doen bekoelen; ⇆ doen verflauwen; ⇆ gas; ⇆ invochten; ⇆ klam; ⇆ mijngas; ⇆ nat; ⇆ nattig; ⇆ nattigheid; ⇆ neerslachtigheid; ⇆ nevel; ⇆ saai; ⇆ temperen; ⇆ uitwaseming; ⇆ vocht; ⇆ vochten; ⇆ vochtig; ⇆ vochtig maken; ⇆ vochtigheid |
stain | ⇆ afgeven; ⇆ bedrukken; ⇆ beits; ⇆ beitsen; ⇆ beschilderen; ⇆ besmeuren; ⇆ bevlekken; ⇆ bezoedelen; ⇆ branden; ⇆ brandschilderen; ⇆ klad; ⇆ kladden; ⇆ kleuren; ⇆ kleurstof; ⇆ onteren; ⇆ plek; ⇆ plekken; ⇆ schande; ⇆ schandvlek; ⇆ schilderen; ⇆ smet; ⇆ smetten; ⇆ spat; ⇆ verf; ⇆ verfstof; ⇆ verven; ⇆ vlek; ⇆ vlekken |