English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word culture

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 The culture was stable over a long period, and literate.
kulturaĵo
grape culture
(viticulture)
apiculture
(bee‐keeping)
🔗 Cultural attitudes toward gender rôles, contraception, and sexual activity vary greatly around the world, and range from extremely conservative to extremely liberal.
cultured
(educated; learned; well‐informed)
; ;
horticulture
tuinbouw
viticulture
(grape culture)

EnglishDutch
culture aankweken; aankweking; bebouwen; bebouwing; beschaven; beschaving; bewerken; bouw; bouwen; cultiveren; cultuur; kweek; kweken; teelt; telen; verbouw; verbouwing; veredeling; vorming
culture vulture culturele alleseter
grape culture druivenkwekerij
physical culture lichaamsoefeningen; lichamelijke ontwikkeling; lichamelijke opvoeding
pure culture reincultuur; zuivere kweek
apiculture bijenteelt
cultural cultureel; cultuur‐
cultured beschaafd
fish‐culture visteelt
floriculture bloementeelt; bloemisterij
horticulture tuinbouw
ostreiculture oesterteelt
oyster‐culture oesterteelt
pisiculture viskwekerij
subculture subcultuur
sugar‐culture suikercultuur
tea‐culture theecultuur
tobacco‐culture tabaksbouw; tabakscultuur
viniculture wijnbouw
viticulture wijnbouw