English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word conceive
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(become pregnant) | zwanger worden | |
; | ||
(guess; divine; surmise) | ; | |
(fancy; imagine; picture; visualize; envisage) | ||
een begrip vormen | ||
conceivable (thinkable) | ||
inconceivable (unimaginable; unthinkable) | ; |
English | Dutch |
---|---|
conceive | ⇆ begrijpen; ⇆ bevatten; ⇆ concipiëren; ⇆ denken; ⇆ ontvangen; ⇆ ontwerpen; ⇆ opvatten; ⇆ zich voorstellen; ⇆ zwanger worden; ⇆ zwanger worden van |
conceive of | ⇆ zich een voorstelling maken van; ⇆ zich voorstellen |
conceive something | ⇆ zich iets indenken |
conceivable | ⇆ begrijpelijk; ⇆ denkbaar |
conceived | ⇆ vervat |
inconceivable | ⇆ onbegrijpelijk; ⇆ ondenkbaar; ⇆ onvoorstelbaar |
misconceive | ⇆ misverstaan; ⇆ verkeerd begrijpen; ⇆ verkeerd opvatten |
preconceive | ⇆ vooraf opvatten |