English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word complement

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 Another kind of complement is what is known as the predicative nominative.
(complete; consummate; finish)
(replacement; replenishment; supplement; completion)
(outfit; set; suit);
set
; ;
stelletje
complementary
(supplementary)
kompletiga

EnglishDutch
complement aanvullen; aanvulling; bijvoegsel; complement; complementeren; getalsterkte; taks; toevoegsel; vereiste hoeveelheid; vol getal; voltallige bemanning; voltallig maken; voltooiing
complementary aanvullend; aanvullings‐; complementair; extralegaal