English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word commission agent
| English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (man; operative) | ||
| (instrument; intermediary; mediator; go‐between) | ||
| (means; tool; gadget; instrument; implement; utensil; medium) | ||
| (steward; intendant; reeve) | ||
| (representative; envoy) | ; | |
| ; ; volmachthebber ; zaakgelastigde | ||
| (errand; charge; entrustment; job; mandate; trust; appointment; authorization) | ; | |
| (subcommittee) | ||
| (brokerage) | ||
| (brokerage; retainer) | ; | |
| (retainer) | ||
| (entrust; assign; charge; instruct; appoint; authorize) | opdracht geven ; | |
commission (reward) |
| English | Dutch |
|---|---|
| commission agent | ⇆ tussenhandelaar |
| agent | ⇆ agens; ⇆ agent; ⇆ bewerker; ⇆ depothouder; ⇆ factoor; ⇆ middel; ⇆ rentmeester; ⇆ tussenpersoon; ⇆ vertegenwoordiger; ⇆ werktuig; ⇆ zaakwaarnemer |
| commission | ⇆ aanbrenggeld; ⇆ aanbrengpremie; ⇆ aanstellen; ⇆ aanstelling; ⇆ begaan; ⇆ bestellen; ⇆ commissie; ⇆ commissieloon; ⇆ een bestelling doen; ⇆ een opdracht verstrekken; ⇆ in dienst stellen; ⇆ last; ⇆ lastbrief; ⇆ lastgeving; ⇆ machtigen; ⇆ officiersaanstelling; ⇆ opdracht; ⇆ opdracht geven; ⇆ opdracht verstrekken; ⇆ opdrachtgeving; ⇆ opdragen; ⇆ provisie; ⇆ volmacht; ⇆ volmacht geven |