English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word cobbler’s wax

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(shoemaker)
🔗 His boots, at least, were certainly still good, made by Alwyn al’Van, the cobbler back in Edmond’s Field, and well broken in and comfortable.
(shoemaker)
(shoemaker);
(bungler);
(polish; blacking; nugget)
schoencrème
;
schoensmeer
in de was zetten
;
met was inwrijven
vaksi
(polish);
schoenen poetsen
(grow);
🔗 A wisp of white appeared and waxed to a pillar of boiling black smoke.

EnglishDutch
cobbler’s wax pek
cobbler cobbler; knoeier; schoenlapper; schoenmaker; vruchtenpastei
wax harsen; in de was zetten; lak; met was bestrijken; met was inwrijven; oorsmeer; pek; toenemen; was; wassen; woede; woedeaanval