English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word clout
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(influence; leverage) | ; |
English | Dutch |
---|---|
clout | ⇆ doekje; ⇆ lel; ⇆ opdonder; ⇆ opduvel; ⇆ oplawaai |
clout somebody on the head | ⇆ iemand een knal voor zijn kop geven; ⇆ iemand een opdoffer verkopen; ⇆ iemand een opdonder verkopen |