English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word chew

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
chew the cud
remaĉi

EnglishDutch
chew kauwen; kauwen op; pruimen
bite off more than one can chew te veel hooi op zijn vork nemen; zijn tanden ergens op stukbijten
chew on nadenken over
chew over nadenken over
chew the cud herkauwen; nadenken; overpeinzen
chew the rag blijven kletsen; eindeloos zeuren; kletsen; ouwehoeren
chew tobacco pruimen
tobacco‐chewer pruimer