English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word cheesecake

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(brick; piece; ingot; pig; briquette; bar)
🔗 Do you have any cheese at all?

EnglishDutch
cheesecake kwarktaart; vrouwelijk schoon
cake aankoeken; doen aankoeken; doen koeken; gebak; koek; koeken; patisserie; stuk; taart
cheese kaas