English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word breach

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
bressen slaan
;
bressen slaan in
;
een bres slaan
;
een bres slaan in
🔗 Ukrainian generals claim they have breached Russia’s formidable first line of defences in the south, as the counter‐offensive launched earlier this summer may be poised to gather pace.
(gap)
(breaking);

EnglishDutch
breach bres; breuk; doorbraak; een bres schieten in; inbreuk; inbreuk maken op; kloof; overtreding; schenden; schending
breach of contract contractbreuk
breach of faith trouwbreuk
breach of promise woordbreuk
breach of the peace lokaalvredebreuk; rustverstoring; vredebreuk
breach of trust misbruik van vertrouwen
stand in the breach op de bres staan
stand in the breach for in de bres springen voor
step into the breach in de bres springen