English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word booking clerk

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(advance order);
(reservation);
(order; procurement); ; ;
(teller; assistant; shop‐assistant);
🔗 The clerk looked up and opened his mouth.
(scribe); ;
(recorder; registrar; actuary)

EnglishDutch
booking clerk lokettiste
booking bespreking; boeking; plaatsbespreking; reservering
clerk ambtenaar; bediende; commies; geestelijke; geleerde; griffier; kantoorbediende; kantoorklerk; klerk; koster; schrijver; secretaris; voorzanger