English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word be remiss in one’s attendance

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
attendance
(service; waiting)
attendance
(presence)
attendance
(service)
attendance
(maintenance; upkeep)
;
verzorging
attendance
(turnout)
remiss
(careless; neglectful; negligent; lax; thoughtless)
remiss
(careless; neglectful; negligent)
remiss
(careless; neglectful; negligent)
preterlasema

EnglishDutch
be remiss in one’s attendance vaak verzuimen
attendance aanwezigheid; bedienden; bediening; behandeling; bezoek; colleges volgen; dienst; gevolg; opkomst; oppassing; opwachting; publiek; schoolbezoek; zorg
remiss lui; nalatig; slap; te kort schietend; traag