English–Afrikaans dictionary

Afrikaans translation of the English word joint‐owner

English → Afrikaans
  
EnglishAfrikaans (translated indirectly)Esperanto
joint
(collective)
(proprietor)
🔗 The next three characters show the read, write and execute (`s`rwx`s`) permissions of the owner.

EnglishAfrikaans
joint‐owner mede‐eienaar
joint aanknopingspunt; beuel; digmaak; dwarsspleet; geleding; gesamentlik; gewrig; krot; las; lit; mede‐; naat; ring; saamvoeg; skarnier; skeur; stuk vleis; stukkend sny; verbind; verbinding; verdeel; verenig; voeg
owner baas; besitster; besitter; eienaar; eienares