Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zich overgeven

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
abandon oneself
(capituleren)
🔗 Hij geeft zich over.
(aangeven; aanreiken; afdragen; afgeven; overbrengen; overreiken; doorgeven; overdragen)
hand over
; ;
🔗 U moet mij of vrijlaten, of aan de politie overgeven, zo staat het in de wet.
(braken; kotsen; spugen; vomeren);
barf
;
puke
🔗 Neem me niet kwalijk als ik moet overgeven.

DutchEnglish
zich overgeven indulgence; surrender
overgeven barf; commit; deliver; deliver up; give up; render; resign; surrender; vomit; yield; puke; hand over; pass; give over; be sick