Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word zedeloos
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(immoreel; onzedelijk) | immoral | malmorala |
🔗 Een jonge officier, die met zijn oorlogsschip in de haven van Istanboel lag en een feestje van Haga bezocht, gaf erg af op diens zedeloze levenswijze. | ||
(gebruik; praktijk) | custom ; mores ; ; | |
🔗 „Goed,” antwoordde prior Aymer, „maar elk land heeft zijn eigen zeden en gewoonten.” |
Dutch | English |
---|---|
zedeloos | ⇆ immoral; ⇆ profligate |