Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zaalwachter

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bewaarder; bewaker; hoeder; wacht);
watchman
🔗 Er liepen ook een paar wachters tussen de struiken in de buurt van het pad.
(salon)
saloon

DutchEnglish
zaalwachter hall attendant
wachter guard; watchman; keeper; satellite
zaal floor; hall; house; room; saloon; ward