Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word woordenboek
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (dictionaire) | ||
🔗 Dit was dus het woordenboek van Thomas Bridges, geschreven in de wildernis van Patagonië, een werk van dertig jaren arbeid. | ||
pictorial dictionary ; picture dictionary | ||
🔗 De verhalen zijn verteld, het boek kan gesloten worden. | ||
🔗 Op tafel lag een geopend boek, het perkament geel van ouderdom. | ||
🔗 Nou en daar worden dan boeken over geschreven. | ||
🔗 Elk woord is hier te veel. | ||
🔗 Je hebt het woord „moordenaar” gebruikt. | ||
🔗 Het woord is aan de markies de Cantecler. | ||
🔗 En u moet nu maar erg op uw woorden passen! | ||
🔗 De drager van deze ring moet zich altijd aan zijn woord houden, zie je? | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| woordenboek | ⇆ dictionary; ⇆ wordbook |
| beeldwoordenboek | ⇆ pictorial dictionary; ⇆ picture dictionary |
| boek | ⇆ book; ⇆ quire |
| handwoordenboek | ⇆ concise dictionary; ⇆ desk dictionary |
| vertaalwoordenboek | ⇆ bilingual dictionary; ⇆ translation dictionary |
| woord | ⇆ parole; ⇆ word; ⇆ vocable |