Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word werkster
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(schoonmaakster; werkvrouw) | ; ; | |
🔗 En op die ochtend was de werkster er niet? | ||
🔗 Toen deze wat opgetrokken was, kon men de beklagenswaardige werker met grote snelheid uit het puin zien komen, gevolgd door een regen van stenen die zijn verbolgen makkers hem nawierpen. | ||
(arbeider; werkman) |
Dutch | English |
---|---|
werkster | ⇆ char; ⇆ charlady; ⇆ charwoman; ⇆ cleaning‐woman |
maatschappelijk werkster | ⇆ social worker |
sociale werkster | ⇆ social worker |
kantwerkster | ⇆ lace woman; ⇆ lace‐maker |
werker | ⇆ worker |