Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word waterhuishouding

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(huishouden)
housework
🔗 Ik ga gauw het koele water in.
🔗 Ethyn is in water slecht oplosbaar.
🔗 Maar dat is gewoon warm water!

DutchEnglish
waterhuishouding water‐balance
huishouding economy; housekeeping; household; family
water waters; water; urinate; dropsy