Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word wasketel
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(waterketel) | ||
(stoomketel) | ||
(kookketel; waterketel) | ; cauldron ; | |
🔗 Hij kende die ketel. | ||
(stoomketel) | steam‐boiler | |
🔗 Is die ketel nog niet klaar, Kurkenplet? | ||
🔗 Volgens de regering zijn meer dan zeshonderdduizend mensen getroffen door het wassende water. | ||
lesivi | ||
(opgaan; oprijzen; opstijgen; rijzen; stijgen; zich verheffen; de hoogte in gaan) | ||
(ómspoelen; uitwassen) | ; | |
🔗 Ze wastte haar lange, donkere haar. | ||
(was‐) | ||
(groeien; toenemen; aanwassen) | ; | |
🔗 De oude maan verdween en een nieuwe maan wies en nam af in de wereld daarbuiten, terwijl wij daar vertoefden. | ||
(mengen; mêleren) | shuffle |
Dutch | English |
---|---|
wasketel | ⇆ wash‐boiler |
ketel | ⇆ boiler; ⇆ cauldron; ⇆ copper; ⇆ kettle |
wassen | ⇆ be on the increase; ⇆ grow; ⇆ increase; ⇆ launder; ⇆ lave; ⇆ pan off; ⇆ pan out; ⇆ wash; ⇆ wax; ⇆ waxen; ⇆ wash down; ⇆ washing; ⇆ shuffle; ⇆ rise; ⇆ wash up |