Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word wachtvuur
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 De drie reizigers gingen bij het vuur zitten. | ||
(gloed) | glow ; ; | |
🔗 „Ketterij”, zei Traz Onmale, maar zonder veel vuur. | ||
🔗 Van vuur zijn ze niet bang. | ||
(ambitie; ijver) | ; | |
(vlam) | ||
(heftigheid; onstuimigheid) | impetus ; ; ; | |
(gloed; pit; pittigheid; verve) | verve ; ; | |
🔗 In het vuur van hun gesprek hadden de beide heren niet op de omgeving gelet, en daardoor was het hun ontgaan dat er door het luchtruim een ballon naderde. | ||
(bewaker; wachter) | ||
🔗 Gelukkig was de wacht van nature niet erg spraakzaam en hij scheen zich niet te storen aan Sams zwijgzaamheid of aan zijn neiging roerloos uit te kijken over de stad en de zee. | ||
(schildwacht) | ; ; sentinel | |
🔗 Zij zagen de vier wachten roerloos liggen en dat kwam niet doordat zij sliepen. | ||
(garde) | ||
🔗 Elke keer als de koning naar de tempel van de Heer ging, droegen de soldaten van de wacht de koperen schilden. | ||
🔗 Dan komt namelijk de jarige Abel naar boven voor zijn wacht. |
Dutch | English |
---|---|
wachtvuur | ⇆ watch‐fire |
vuur | ⇆ ardency; ⇆ ardour; ⇆ bonfire; ⇆ dry‐rot; ⇆ eagerness; ⇆ fervency; ⇆ fire; ⇆ flame; ⇆ glow; ⇆ heat; ⇆ ingle; ⇆ mettle; ⇆ élan; ⇆ verve; ⇆ zeal; ⇆ spirit; ⇆ rot; ⇆ vim |
wacht | ⇆ guard; ⇆ outlook; ⇆ watch; ⇆ sentinel; ⇆ sentry; ⇆ clew |