Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vreemde

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(onbekende; vreemdeling)
🔗 Hij heeft het van geen vreemde.
(excentriek)
🔗 Ze is al heel oud, ziet u, en ze is een beetje vreemd.
; ; ;
extraneous
🔗 Ik ben vreemd in dit deel van het land.
(curieus; vreemdsoortig)
(eigenaardig; gek; raar; vreemdsoortig; wonderlijk; zonderling; zonderbaar); ;
weird
;
queer
; ;
🔗 En dat was vreemd.
(raar);
🔗 Het waren vreemd vlugge muizen.

DutchEnglish
vreemde stranger
het niet van een vreemde hebben it runs in the family
in den vreemde in foreign parts; abroad
vreemd alien; extraneous; foreign; freak; freakish; freaky; funnily; funny; kinky; odd; oddly; outlandish; quaint; queer; strange; unfamiliar; weird; whimsical; rum; exotic; strangely