Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word voorbij zijn

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afgelopen; verleden; vervlogen; over; achter de rug);
🔗 Die tijd is echter voorbij.
(verder dan);
pli malproksime ol
(langs; langs … heen); ;
🔗 Ge kunt niet voorbij.

DutchEnglish
voorbij zijn be at an end; be over now
voorbij beyond; by; bygone; done; gone; over; past