Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word visspeer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
fiŝforkego
(lans; spiets; spies)
🔗 Eromheen stonden vijftien speren in de grond.
(werpspies)
javelin
🔗 Nu vlogen de eerste speren door de lucht, enkele rijdieren aan weerszijden struikelden en wierpen hun ruiters af.
🔗 Ook voor de meeste vissen is de lente het voortplantingsseizoen.
🔗 Als het op vis aankomt, zijn we hier op ons best!

DutchEnglish
visspeer fishgig
speer gaff; javelin; spear
vis fish