Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vergenoegdheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
vergenoegdheid
(ingenomenheid; tevredenheid; voldoening)
(content; tevreden; voldaan);
🔗 Ze voelde zich uiterst vergenoegd.
(tevreden; voldaan)
🔗 Hij keek me vergenoegd aan.

DutchEnglish
vergenoegdheid contentment; satisfaction
vergenoegd content; contented; satisfied