Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitstralend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
emit
🔗 Dus toen zijn meester weer was opgestaan en zijn boze gedachten van het Demsterwold uitstraalde, liet hij Gollem in de steek.
(afstralen)
🔗 Een olielamp straalde een gele gloed uit.

DutchEnglish
uitstralend radiant
uitstralen beam; beam forth; effuse; emit; eradiate; exude; radiate; ray; ray out