Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uithebben

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
🔗 Braz hebbe zijn ziel!
🔗 Hij had bezwaren.
🔗 We hadden gasten.
🔗 Elk boek heeft meer dan 1000 pagina’s.
🔗 Ze had een ring aan haar middelvinger, met een diep ingegrifte edelsteen.
; ; ; ;
be obliged to
; ; ;
🔗 Hij had een gewichtig besluit te nemen.
;
🔗 Heb geen angst.
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.

DutchEnglish
uithebben have finished
hebben bear; command; get; have; have got; own; possess
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in