Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word triomf‐

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(zege; zegepraal)
🔗 Jij hebt je portie triomfen gehad.
triumphantly
(zegepralen; zegevieren)
triumph
🔗 De jaren gleden voorbij en in de loop van die jaren, triomfeerde de natuur.

DutchEnglish
triomf triumph
triomf‐ triumphal
in triomf in triumph
triomfen vieren achieve great triumphs
triomfantelijk elate; elated; exultant; gleeful; triumphant; triumphal; triumphantly
triomfator triumpher
triomfboog triumphal arch
triomferen triumph
triomflied triumphal song; paean
triomfpoort triumphal arch
triomftocht triumphal procession
triomfwagen triumphal chariot; triumphal car
triomfzuil triumphal column