Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tijgen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(opstappen); ;
start out
🔗 Hij borg de ham en de kaas op en opnieuw togen ze op pad.
(aan de slag gaan; aan het werk gaan; zich aan het werk begeven; aan de gang gaan)
set to work
🔗 Deze toog vakkundig aan het werk.

DutchEnglish
tijgengo
aan het werk tijgenset to work
ten oorlog tijgengo to war
aantijgenimpute