Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word tegenvallen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(teleurstellen) | ||
(aan; bij; naar; op; tot; voor; naar … toe) | ; ; ; ; | |
🔗 Ik kan net zo goed tegen de stoel praten. | ||
(aan; jegens; met; tegen … aan; tegenover; versus; voor; tegen … in; op) | ; opposed to ; ; ; ; | |
🔗 U kunt het toch niet tegen zijn zin kopen? | ||
(om; aan) | ||
🔗 Maar tegen de ochtend ging de storm liggen en de dag brak helder aan. | ||
(teleurstelling) | disappointment | |
objection | ||
(pech) | bad luck | |
🔗 Dat was een tegenvaller. | ||
(afvallen; flikkeren; neervallen) | ; ; lapse | |
🔗 Het mes liet ik vallen. | ||
(omvallen) | ||
🔗 Deze list gelukte, maar de boom was al gebroken en viel. |
Dutch | English |
---|---|
tegenvallen | ⇆ disappoint; ⇆ dissatisfy; ⇆ not come up to expectations |
het zal u tegenvallen | ⇆ you will be disappointed; ⇆ you may find yourself mistaken |
je valt me tegen | ⇆ I am disappointed in you |
tegen | ⇆ against; ⇆ agin; ⇆ at; ⇆ at the rate of; ⇆ by; ⇆ con; ⇆ contra; ⇆ contrary to; ⇆ on; ⇆ to; ⇆ toward; ⇆ towards; ⇆ versus; ⇆ for; ⇆ as against; ⇆ opposed to; ⇆ ’gainst |
tegenvaller | ⇆ come‐down; ⇆ contretemps; ⇆ disappointment; ⇆ hiccup; ⇆ non‐event |
vallen | ⇆ slump; ⇆ close in; ⇆ come down; ⇆ draw in; ⇆ drop; ⇆ fall; ⇆ fall through; ⇆ go down; ⇆ hang down; ⇆ lapse; ⇆ pitch; ⇆ plunge; ⇆ prolapse; ⇆ tumble; ⇆ set; ⇆ sink; ⇆ sit; ⇆ hang |